Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

eerste elftal

betekenis & definitie

[b]het elftal van een sportclub dat, meestal in competitieverband, op het hoogste niveau speelt.

Vaak vormt het eerste elftal, samen met het tweede elftal, de selectie.[/b]

Voorbeelden:
Constant Vanden Stock (14-5-1914) sloot al als kadet bij Anderlecht aan. In 1932 debuteerde hij in het eerste elftal.
De Standaard, 1996

Op HBS wordt in de zomer, wanneer er niet gevoetbald wordt, door alle leeftijden gecricket. Het eerste elftal speelt in de allerhoogste klasse van Nederland: de hoofdklasse.
http://users.bart.nl/~vdsl.dtc/hbs/

Ruinerwold was aan het feestvieren: het eerste elftal van de plaatselijke voetbalvereniging was kampioen geworden.
Meppeler Courant, 1995

Het was vroeger ook een doodzonde om het hoofdveld te betreden. Alleen de eerste elftallen mochten er hun wedstrijden spelen.
NRC, 1995

De jeugdspelers Bernard Koning en Simon de Vries kregen van trainer Fokko Wielink een kans vast aan het 1e elftal te wennen.
Meppeler Courant, 1994

Holleman signaleert dat verzorgers van voetbalvelden nogal eens de neiging hebben 'papkinderen' te maken van hun grasmat. "In plaats dat die matten worden gereserveerd voor het eerste elftal dat er één keer in de twee weken op speelt, zou je er ook het tweede en derde elftal, voor mijn part de hele jeugd op moeten laten spelen."
NRC, 1994

< >