om eerlijk te zijn.
met het oog op de eerlijkheid; omwille, ter wille van de eerlijkheid; vanwege de eerlijkheid; uit eerlijkheid; om niet oneerlijk te zijn; om eerlijk te zijn.
Voorbeelden:
De vergelijking laat zien dat onze voorstellen op vrijwel alle terreinen beter uitpakken dan het milieubeleid van de regering. Of we het nu hebben over uitstoot van broeikasgassen, energiebesparing of bescherming en uitbreiding van de natuurgebieden. Dat geldt eerlijkheidshalve ook voor de plannen van GroenLinks en D66. Ook die zijn een stuk groener dan de paarse werkelijkheid!
http://www.sp.nl/nieuws/tribune/200204/ewlvragen.stm, 2002
En als die stoet dan voorbij is heeft het publiek het na anderhalf uur staan wel gezien. Meer valt er ook niet te zien. En meer had het publiek eerlijkheidshalve ook niet verwacht.
Meppeler Courant, 1993
En toch zegt de kunstenaar zelf met klem: 'De mensen die ik schilder zijn overal om ons heen'. Het zijn dus geen psychiatrische patiënten, verschoppelingen of gedrochten, het is mijn seniele baadster niet - wij zijn het, ongenadig in de verf gezet door een schilder die eerlijkheidshalve bij zich zelf is begonnen. Al zijn portretten zijn zelfportretten, al zijn zelfportretten zijn portretten van ons.
http://www.funadventure.com/members/rustin/rustinold/l_bd_1.htm
Mijn herwonnen energie en levenslust raakte ik wel kwijt in bed. Eerlijkheidshalve ging ik die daar ook halen. Een gezonde fifty-fiftydeal van geven en nemen. We hadden er allebei profijt van, ja toch!
Greta Seghers, In liefdes naam, 2001
Ik twijfel geen moment aan de fidele gevoelens van Frank. En daarbij weet ik uit ervaring dat hij, zelf een fervent liefhebber van vrouwen, zich absoluut niet interesseert voor avonturen van anderen. Dus Lembeeck zou gehuicheld hebben? Daarvan ben ik zo goed als zeker, maar eerlijkheidshalve mag ik dat niet als vaststaand aanvaarden.
Clem Schouwenaars, Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, 1983