een deel van de weg.
de weg over een beperkt deel van zijn lengte; een deel van de weg.
Voorbeelden:
Ik slaagde erin een gesprek aan te knopen en voor te stellen dat ik haar een eind weegs zou vergezellen. Zij stemde hiermee in. Wij liepen enige tijd zwijgend naast elkaar.
Giovanni Peirs, Het onvermogen, 2001
Ongemerkt waren wij zo al weer een eind weegs naar het Zuiden, in de richting van het dorp, teruggewandeld, links en rechts (maar vooral links) huisjes passerend waarvan de voornaamste eigenaardigheid pas langzaam tot ons doordrong: ze bezaten geen tuin.
NRC, 1994