Het begrip duwer heeft 7 verschillende betekenissen:
1) iemand die iets duwt.
persoon die iets duwt, meestal ter aandrijving; iemand die iets voortduwt.
2) iemand die een ander duwt.
iemand die een ander duwt; iemand die een ander omver duwt.
3) drugssmokkelaar.
iemand die drugs de grens over smokkelt door deze verpakt in lichaamsholtes naar binnen te duwen en ze zo in het lichaam te vervoeren; drugssmokkelaar die de smokkelwaar in zijn lichaamsholtes heeft geduwd.
4) iemand die iets vooruit helpt.
iemand die iets vooruit helpt; soms ook: organisatie of instelling die iets vooruithelpt.
5) voorwerp waarmee je iets duwt.
iets wat iets anders duwt; voorwerp of deel van een voorwerp dat je duwt om iets anders voort te duwen; deel van een voorwerp of van een apparaat waarmee je iets anders kunt duwen.
6) duwgrasmaaier.
grasmaaier die je moet duwen; duwgrasmaaier.
7) iets wat aandrijft door te duwen.
iets wat als aandrijvende kracht werkt door te duwen; iets wat iets voortduwt; dat wat iets aandrijft door te duwen.