weinig of niets verdienen en schraal leven.
Voorbeelden:
'Nog goed dat Anna haar papierwinkel heeft, en dat ze van rijke komaf is. Ze zouden veel droog brood gevreten hebben als Anna er niet was.'
Erwin Mortier, Marcel, 2002
Tsvetajeva leefde lange tijd in ballingschap in Parijs, arm als de ratten: "Vanouds eten dichters toch enkel droog brood; / Wij hebben geen boodschap aan Moskou in 't rood! / Kijk, ver boven al die gebouwen, / Daar ziet u ons Moskou - het blauwe!"
NRC, 1994
Hoewel met name de jongens vrijwel allemaal om dezelfde redenen hier gekomen zijn, hebben ze nu, na vier jaar, alle verschillende verblijfsstatussen die maar mogelijk zijn: enkelen hebben een officiële vluchtelingenstatus met huizen, beurzen en riante uitkeringen, anderen hebben een gewone verblijfsvergunning, weer anderen hebben nog steeds niets, en enkele tientallen zijn afgewezen, worden enkel nog 'gedoogd' en leven op droog brood.
NRC, 1995
