Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

driekleurig

betekenis & definitie

met drie kleuren.

met drie kleuren; drie kleuren hebbend.

Voorbeelden:
Bergen driekleurig ijs bekroond met pinda's en warme karamelsaus.
Carlos Fuentes, De grens van glas, 2001

Het was een bonbondoosje met een kunstig geknoopte strik van driekleurig lint.
Hans van der Kamp, Nette mensen in een nieuwe tijd, 1993

Vanuit het centrum vertrekken telkens driekleurige golflijnen die naar de hoeken uitlopen; ze verbeelden de rivieren die het aloude Assyrische land bevloeien: de blauwe Eufraat, de rode Tigris en de witte Zab.
http://www.wereldwijd.be/archief/assyr.htm, 2001

Het lichaam van de Basset Hound ligt "laag bij de grond" [...]. De vacht is gewoonlijk driekleurig, wit, tan en zwart maar ze mag alle mogelijke kleurencombinaties en vlekken vertonen.
http://users.pandora.be/ard/basset/prod01.htm

De driekleurige vlam, het partijsymbool van de MSI.
NRC, 1995

< >