iemand uit Dordrecht.
iemand die afkomstig is uit Dordrecht; inwoner van Dordrecht; Dordrechtenaar.
Voorbeelden:
De politie heeft zaterdag in Dordrecht een bende opgerold die gespecialiseerd was in diefstal en heling van cv-ketels. Negen Dordtenaren, van 23 tot 56 jaar, zijn aangehouden.
Meppeler Courant, 1993
Aloud maakte zich gereed om het kasteel met hand en tand te verdedigen. Later tijdens onderhandelingen, wilde Aloud het slot op lijfsgenade overgeven. De Dordtenaars wilden hiervan niets weten.
http://home.tiscali.nl/~kastelenzuidholland/Pages/Crayesteyn.htm, 2005
De politie trof de man woensdag dood aan in een flat in Papendrecht. Sectie heeft uitgewezen dat hij door een misdrijf om het leven is gekomen. De Dordtenaar woonde daar tijdelijk.
NRC, 1995
Zo begon voor de meeste Dordtenaren de oorlog: tamelijk gemoedelijk, tamelijk in de verte, met af en toe een onherkenbare portie militair geweld.
NRC, 1995
Als de op zeven genoteerde Dordtenaar van een partijgenoot opvangt dat hij als nummer zeven de Kamer in kan, roept hij uit dat hij in dat geval een gat in de lucht zal springen.
NRC, 1994
Rowena's zusje Rochelle (2) bleef tijdens de bliksemactie door de Guardia Civil en drie Nederlandse rechercheurs ongedeerd. Het peutertje wordt nog vandaag in Spanje met haar vader M.H. herenigd. De Dordtenaar kan zijn geluk niet op.
De Telegraaf, 2001