paal van een doel.
een van beide palen van een doel dat gebruikt wordt bij het beoefenen van verschillende sporten, bv. voetbal, handbal of hockey.
Voorbeelden:
De keeper en de reservespeler liggen nu als kleine veelkleurige bespottingen van wat redelijk is naast de doelpaal en kauwen op een grasspriet.
Jan Siebelink, Weerloos, 1984
Op een gegeven moment vond Clarice uit hoe je in de doelpaal kon klimmen, wat geen van ons nog had bedacht.
Mary Karr, Cherry, 2001
Verbolgen aanhangers lieten reeds horen dat ook die wedstrijd geboycot zou worden en dat de doelpalen desnoods doorgezaagd zouden worden.
De Standaard, 1996