Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

doelhout

betekenis & definitie

frame van een doel.

uit twee palen en een lat bestaand frame van een doel dat gebruikt wordt bij het beoefenen van verschillende sporten, bv. voetbal, handbal of hockey; vaak ook meer bepaald: doellat.

Voorbeelden:
Meyssen trok laag en hard voor, Paas devieëerde met de buitenkant van de voet, Velkeneers plette de bal tussen zijn hand en het doelhout.
De Standaard, 1996

In de epiloog van de match hadden de Belgen trouwens zelf ook de vingertoppen van De Wilde en het doelhout nodig om een nederlaag af te wenden.
De Standaard, 1995

De thuisploeg vocht moedig terug, drukte vooral in de tweede helft Moeskroen terug, maar kon niet scoren. Ook al omdat het doelhout tweemaal doelman De Koeyer bijstand verleende.
De Standaard, 1996

< >