lang, wijd gewaad.
lang, wijd Arabisch gewaad dat met name door Marokkanen als traditionele kleding wordt gedragen.
Voorbeelden:
Achter Farzi verscheen een rijzige man in een ruimvallende djellaba, de capuchon ver over zijn hoofd getrokken. Hij leunde licht op een lange, licht gekromde stok.
Naima el Bezaz, Minnares van de duivel, 2002
Het was nacht en het regende toen we in Nederland aankwamen. Mijn vrouw, in haar dunne djellaba, rilde en hield Karim stevig vast, die onophoudelijk huilde.
Naima el Bezaz (ed.), Het land in mij, 2001
Een kleine stad, niet ver van Meknès en Fes. Het eerste jaar was moeilijk. Ze moest zich aanpassen. De vrouwen leken hier losbandiger dan op het platteland. Op straat droegen ze de modernste djellaba's, maar ook westerse kledij zoals rokjes en jurkjes.
Naima el Bezaz, Minnares van de duivel, 2002
