hoofdsieraad.
soms kostbaar versierd, hoefijzervormig sieraad, dat door vrouwen en vorstelijke personen om het hoofd wordt gedragen.
Voorbeelden:
Alleen al de twee diademen [...] zijn van een onwaarschijnlijke fijnheid. De goudsmeden die ze hebben vervaardigd, kenden hun stiel [...]. In zijn levendige fantasie zag Schliemann de diademen als hoofdtooi van niemand anders dan Helena, de trouweloze vrouw van koning Menelaos, die zich door de Trojaanse prins Paris had laten schaken.
De Standaard, 1996
Ik heb een diadeem nodig, anders valt de pony in mijn ogen.
Mary Karr, Cherry, 2001