flink zijn best doen.
zich opmaken om hard te gaan werken; voorbereidingen treffen om hard te gaan werken; flink zijn best doen.
Voorbeelden:
Voor FC Meppel betekende het wel dat het met een man minder extra de mouwen moest opstropen.
Meppeler Courant, 1995
Bovendien werd voorin te weinig initiatief genomen, de mouwen werden onvoldoende opgestroopt, iets wat je bij Zuidwolde wel zag.
Meppeler Courant, 1994
DOS'46 zal de mouwen moeten opstropen om tot succes te komen.
Meppeler Courant, 1993
Na die 1-0 zag je bij ons dat geen enkele speler de mouwen opstroopte om er wat aan te doen.
NRC, 1993
Het kampioensteam wil er voor eigen publiek een goede wedstrijd maken. OWK kan de mouwen nu dus al opstropen.
Meppeler Courant, 1994
Anderlecht hoefde nauwelijks de mouwen op te stropen om zich van Germinal te ontdoen.
De Standaard, 1996