Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bruinbrood

betekenis & definitie

bruin brood.

brood dat vanbinnen bruin is doordat het bereid is uit ongebuild tarwemeel of deels uit fijngezeefd meel en deels uit ongezeefd volkorenmeel; bruin brood.

Voorbeelden:
Ik hoef maar één wit stukje stokbrood voor het ontbijt, en een lekker grote café au lait. Eigenlijk moeten we bruinbrood eten. Na twee dagen begint het gejammer van de dames over verstopping, opgezette buiken, en vieze winden in bed. Wanneer we gewoon bruin eten, gebeurt dat niet. Een ander voordeel van bruinbrood is, dat je veel langer goede bloedsuikerspiegels houdt. Witbrood is zo weg, en voor je het weet heb je een hongerklap: je wordt duizelig en trillerig, je zweet, en je raakt prikkelbaar.
Liza van Sambeek, Zadelpijn en ander damesleed, 2003

Elementair is een indeling in tarwebloem (voor wit brood), tarwemeel (voor bruinbrood) en volkorentarwemeel (voor volkorenbrood).
NRC, 1995

Camiel lust geen bruinbrood en als hij groente eet zit die meestal in een loempia van Nam Kee.
Hermine Landvreugd, Wat kijk je zorgelijk, schatje, 1999

"Het nieuwe devies is stevig, vezelrijk bruinbrood", schreef men in 1990.
NRC, 1995

< >