Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

brildragend

betekenis & definitie

een bril dragend.

gewoonlijk een bril dragend om beter te kunnen zien; met een bril; gebrild.

Voorbeelden:
Literair Nederland kan Joost Zwagerman vergeten, maar als brildragend billboard kan hij de fabrikanten van haarstukjes, leesbrillen, afslankproducten en valse tanden nog jaren van dienst zijn.
http://utopia.knoware.nl/users/propriac/archief/010225.html, 2001-2002

Enge types in lange leren jassen of loden mantels, hoeden met veertje opzij of alpinopetten, met spijkers beslagen laarzen of platte schoenen onder hun gevangenisgrijze burgerkleding. Verzuurde en versteende fossielen. Ongetrouwde, alleenwonende en brildragende graftakken. Gescheiden, in de steek gelaten en kinderloze zuurpruimen.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 3: Vrede, 1983

"J.W.H. Vlielander van Reyne" stond er op het emaille naambordje en daar onder, op een apart emaille bordje, als "arrière pensée": "helderziende-medium". Meestal zijn dat vrouwen in de rijpere, erotiekvrije zone, gezet, zonder taille, brildragend.
Willem Brakman, De biograaf, 1975

< >