bosbewonende mier.
mier die leeft op een open plek in of aan de rand van een bos waar hij samen met andere mieren koepelnesten bouwt.
Voorbeelden:
Door zich te voeden met bepaalde insecten en andere ongewervelde dieren speelt de bosmier een sleutelrol in het voorbestaan en de kwaliteit van onze bossen.
http://www.ivn.nl/kleinekanjers/bosmier.html
Bosmieren wonen met z’n honderdduizenden in een nest, samen met hun koningin en haar larven. Grote nesten hebben soms verscheidene koninginnen en kunnen jarenlang bestaan.
http://www.ivn.nl/kleinekanjers/bosmier.html
De opvallende koepelnesten van bosmieren vind je meestal op een open plaats in het bos of aan de bosrand.
http://users.telenet.be/nrmn/natuurstudie10.html
Bevolkingsexplosies van prooidiersoorten zoals schadelijke bosinsecten kunnen door de bosmieren zodanig beperkt worden, dat de bomen rond rode mierennesten vaak groen blijven. Ook hebben het graven en slepen met nestmateriaal grote invloed op de fysisch-chemische bodemeigenschappen. Daardoor wordt ook de vegetatie weer beïnvloedt.
http://users.pandora.be/landschappen.westland/rode_bosmier.htm
Bosmieren komen versnipperd in het duingebied voor. Dit doet vermoeden, dat toen de duinen nog begroeid waren met bossen en struwelen overal bosmieren voorkwamen.
http://www.waddenzee.nl/dutch/ecomare/NED0672.HTM
Mogelijk zijn dichte, aaneengesloten dennenbossen en kale of met lage kruidenvegetaties begroeide duinen barrières voor de bosmieren.
http://www.waddenzee.nl/dutch/ecomare/NED0672.HTM