boterbloem die algemeen voorkomt op vochtige tot zeer vochtige bodems (Ranunculus sceleratus).
Voorbeelden:
Rond de boomgaard ligt een gracht met wisselende vochtigheid. Dit is een geschikte biotoop voor Blaartrekkende boterbloem, Pitrus, Grote lisdodde, Watermunt, Gewone Kattestaart, Heelblaadjes, Wilde bertram, Grote wederik, Echte valeriaan.
http://www.zwvlkoepel.be/klimop2003-1.htm, 2003
De helft van het drasland, een zomp waarin losdodde, penningkruid, melkeppe, blaartrekkende boterbloem, waterweegbree, dotterbloem, waterviolier, waterranonkel en waterpest zich thuisvoelen, was pas beplant met honderde jonge eksemplaren van de Picea excelsa, de fijnspar.
De Standaard, 1995
Later in het jaar staan langs en in de sloten moerasvergeetmijnietjes, moeraswalstro, de blaartrekkende boterbloem, witbolgras, pijptorkruid en het watergras.
NRC, 1993