Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bioloog

betekenis & definitie

deskundige in de biologie.

iemand die zich voor zijn beroep heeft gespecialiseerd in de leer van planten en dieren; deskundige op het gebied van de biologie.

Voorbeelden:
Lang niet iedereen vond de hoge waterstand in de rivieren een ramp. Biologen zijn heel tevreden over de grotere verscheidenheid die daardoor in de natuur kan ontstaan.
NRC, 1995

De bioloog verrichtte baanbrekend onderzoek naar de parasiet Trypanosoma, die de slaapziekte veroorzaakt. De ziekte, die onder controle leek, is vooral in Afrika aan een spectaculaire comeback bezig met tienduizenden slachtoffers per jaar.
De Standaard, 1996

Studium Generale vroeg een tweetal deskundigen - de een ingenieur, de ander bioloog - de stand van zaken omtrent onze kennis over vogels, vleugels en vliegen te schetsen.
http://studium.hosting.rug.nl/activiteiten%202003/luchtvaart-inleiding.htm, 2003

De kennis die wetenschappers, biologen, vergaren over dieren groeit met de dag.
http://www.animalfreedom.org/downloads/oratie.docl, 2000

Zijn vrouw kent een bioloog die zijn tenen heeft verloren tijdens veldonderzoek.
Arnon Grunberg, De asielzoeker, 2003

< >