Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

beursweek

betekenis & definitie

handelsweek op de beurs.

periode van in de regel vijf aaneensluitende weekdagen waarin aandelen en waardepapier op de beurs worden verhandeld; handelsweek op de beurs.

Voorbeelden:
Een saaie beursweek eindigde vrijdag toch nog in schoonheid. De verwachting dat de Amerikaanse korte rente volgende week niet verhoogd zal worden, veranderde niet door het weinige cijfermateriaal dat deze week uitkwam. De Amerikaanse dollar zette intussen een krachtig herstel in, wat een goede zaak is voor de Europese beurzen. Wall Street stoomde vrijdagmiddag weer op naar de 5.700 punten. Genoeg nieuws dus om de volgende beursweek positief in te zetten.
De Standaard, 1996

Afgelopen donderdag eindigde de - door Koninginnedag verkorte beursweek - op 314 punten, een daling van zeven punten. De beurs lijkt "stijg-moe' te zijn geworden. De beleggers hebben zich er voor even bij neergelegd dat het vergeefs bestormde hoogtepunt-aller-tijden voorlopig onbereikbaar is.
NRC, 1993

De AEX-index sloot 2,77 punten hoger op 561,07. In Londen ging de beursweek voorzichtig van start. De FTSE-100-index klom bijna 8 punten naar 3.761.
De Standaard, 1996

< >