iemand die zeer gemakkelijk bang gemaakt kan worden en die zich weinig moedig gedraagt.
Voorbeelden:
We waren ideaal op elkaar afgestemd en toch nog je terugdeinzende reactie en je zenuwachtig lachen en je ogen die alsmaar groter en dieper werden en ikzelf zwellend van tederheid en ons kibbelend spel van, het kan niet, het kan wel, maar nee ze zullen ons betrappen en wat dan, jij bange wezel! en het is niet goed voor je gezondheid.
Elisabeth Marain, Het tranenmeer, 1979
Paul Cliteur is geen zeur, geen bange wezel, sterker ook geen ezel, maar een zeer verstandig mens die zijn grenzen kent en ook beseft, dat het klimaat in dit land niet in zijn voordeel werkt, dat heeft hij de laatste tijd luid en duidelijk gemerkt.
http://www.nieuwpolitiekcollectief.nl/frm/topic.asp?TOPIC_ID=1360, 2004
Bange wezels zonder ruggengraat is ook zo'n standaardverwijt aan politici.
Eduard Bomhoff, Blinde ambitie, 2002