iemand uit Azerbeidzjan.
iemand met de Azerbeidzjaanse nationaliteit; iemand die behoort tot het Azerbeidzjaanse volk; iemand die afkomstig is uit Azerbeidzjan; inwoner van Azerbeidzjan.
In het meervoud ook in toepassing op het volk.
Voorbeelden:
Er liepen Russische kozakken, Kalmukken en Mongolen in Duits uniform, Esten, Azerbeidzjanen en Indiërs. Maar d'r zaten ook Italianen en Fransen bij de Wehrmacht.
Jan Cremer, De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, 1983
Pedus maakte in de tableaufinale van de categorie onder 86 kilogram korte metten met de Azerbeidzjaan Guseinov.
De Standaard, 1996
Als we even later bij de LETS-winkel uitstappen, komt er een man op Nel af die eerst haar en daarna mij omhelst. "Het is moeilijk", stamelt hij. En loopt verder. "Dat was Artak, een Azerbeidzjaan", zegt Nel. "Een rekel van het zuiverste water."
http://www.bijeen.nl/actueel.phtml?itid=101, 2004