Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

avondje uit

betekenis & definitie

avond die men buitenshuis doorbrengt met bezoek aan een gelegenheid voor ontspanning en vermaak.

Voorbeelden:
Maar ook al wordt dansen in 1998 bevorderd tot demonstratiesport op het programma van de Olympische Spelen, dansen blijft ook aantrekkelijk voor mensen die zich een ontspannend avondje uit wensen.
Meppeler Courant, 1994

Blijkbaar houdt de cultuurconsument maar één vergelijkingspunt voor ogen voor de prijs van zijn avondje uit: dat van een bioscoopticket.
De Standaard, 2002

De nieuwe show is namelijk wat de titel belooft: een gezellig avondje uit; hard lachen en bal na.
Dagblad van het Noorden, 2003

< >