Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

antiekwinkel

betekenis & definitie

winkel waar antiek verkocht wordt.

winkel waar antiek verkocht wordt; winkel waar men antieke spullen kan kopen; antiekzaak.

Voorbeelden:
Tijdens een wandeling door de Kloosterstraat zag Dana in een van de antiekwinkels Frederiks staf staan.
Tom Naegels, Walvis, 2002

Een kerststalletje uit één stuk, van spierwit biscuit, dat haar moeder in een antiekwinkel in Delft was tegengekomen en met korting had kunnen kopen nadat ze had bewezen dat het uit haar ouderlijk huis aan een van de Amsterdamse grachten afkomstig was.
Désanne van Brederode, Mensen met een hobby, 2001

< >