Het begrip amandel heeft 4 verschillende betekenissen:
1) amandelnoot.
eetbare, platte en ovalen pit van de steenvrucht van de amandelboom; amandelnoot.
Wordt in het algemeen taalgebruik vaak gezien als een noot maar is botanisch gezien eigenlijk een pit of zaadje. Ook wel in toepassing op de hele steenvrucht van de amandelboom, maar meestal in toepassing op de pit van de steenvrucht.
2) amandelboom.
kleine, sierlijke boom met witte of roze bloesems die behoort tot de rozenfamilie en die amandelen voortbrengt; Prunus dulcis; amandelboom.
3) amandelvormige klier.
amandelvormige klier op de overgang tussen mond- en keelholte.
In de algemene taal meestal alleen in toepassing op de keelamandelen (tonsillen). In medisch taalgebruik ook wel in toepassing op de neusamandel en de tongamandel.
4) amandelvormig oog.
amandelvormig oog.
