schriel en mager.
Voorbeelden:
Zo bungelde ik naakt en blauw als een gestroopt konijn in de bankschroef van zijn vuist.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl. 1: Vallende ouders, 1983
Hij was een zwak kind, dat aan rachitis en dauwwurm leed en in de mooiste neteldoekse jurkjes eruitzag als een gevild konijn.
Beb Vuyk, Een broer in Brazilië, 1983