Het begrip afhaler heeft 5 verschillende betekenissen:
1) iemand die een reiziger of reizigers afhaalt.
iemand die een of meer personen die op reis zijn geweest afhaalt, ophaalt op een vliegveld, in een station, in een busstation, aan de kade e.d., vaak ook om die persoon of personen daarna naar huis te vervoeren; iemand die een reiziger of reizigers afhaalt.
2) iemand die een kind of kinderen afhaalt.
iemand die een of meer kinderen van een school, een kinderopvang, een buitenschoolse opvang, een crèche e.d. ophaalt, meestal een ouder, familielid of oppas; iemand die een of meer kinderen afhaalt.
3) iemand die bestelde goederen afhaalt.
iemand die bestelde goederen afhaalt bij een bedrijf, firma, fabriek e.d..
4) iemand die eten afhaalt bij een restaurant.
iemand die bestelde gerechten afhaalt bij een restaurant; iemand die zijn bestelling ophaalt bij een afhaalrestaurant.
5) vaartuig dat iemand van een schip afhaalt.
vaartuig dat iemand afhaalt, ophaalt.
In het citaat met betrekkin tot een loods die op een schip vertoeft.