(It., kop, schaal), glazen drinkschaal met wijde, ondiepe kelk met stam en voet, of rechtstreeks op de voet gemonteerd. De kelk is plat of licht gewelfd met of zonder rand.
Deze vorm komt in de 16de eeuw veel voor bij de Venetianen en wel in cristallo of gekleurd glas, dikwijls in combinatie met email en verguldsel. In de late 16de en 17de eeuw werd de tazza met diamantgravering versierd. De vorm verspreidde zich met de façon de Venise spoedig door geheel Europa. Behalve van glas werden de tazze ook van goud, zilver of verguld zilver gemaakt : soms waren zij voorzien van een deksel. De Nederlandse zilveren tazze zijn zeer fraai : met gedreven mythologische, bijbelse of andere voorstellingen, uitvoerig gedecoreerd met repoussé-werk en aan de binnenkant versierd met een ronde, gedreven plaquette. Vroeg-17de eeuwse exemplaren hebben een balusterstam, dikwijls in basreliëf versierd met mascarons en een gladde kelk.