(Chin.. de tweeling), onderwerp gemodelleerd in plastiekjes van biscuit zoals die tijdens K'ang Hsi (1662-1723) veel werden gemaakt. De tweeling wordt meestal als een stel haveloze bedelaars uitgebeeld.
De een draagt een bezem, de ander een doos met zegewensen. Zij symboliseren eendracht en harmonie. Beeldjes waarbij de tweeling twee lachende jongens voorstelt komen ook voor (Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo). De figuurtjes rusten evenals andere beeldjes van dit soort (Shou I.ao, Boeddha, de acht onsterfelijken, een knecht die een paard vasthoudt e.a.) doorgaans op een rechthoekig, soms zeshoekig voetstuk.