(1772 1849). Ned. portretminiaturist met zeer grote produktiviteit.
Heeft naar schatting ongeveer 1200 portretminiaturen geschilderd in waterverf en olieverf en getekend in pastel: verder interieurs, genrestukjes en kozakkenlegerplaatsen; heeft ook geëtst en gelithografeerd. Vermoedelijk heeft hij les gegeven aan zijn zoon J. Hari jr., die zich echter niet als miniaturist ontwikkelde. Van 1810 af was hij secretaris van de Haagse Tekenacademie en in 1835 lid van de Koninklijke Academie te Amsterdam; hij was ook als hofschilder werkzaam.