verstelbaar gereedschap waarmee men in zekere mate de temperatuur kon regelen van potten boven het open haardvuur. De haal bestaat uit twee onderdelen: een staaf met een haak aan de bovenkant ter ophanging aan de haalboom, en de eigenlijke heugel of tandheugel, een getand blad dat naar onderen eveneens eindigt in een haak ter ophanging van de kookpot.
Aan de staaf is een scharnierende beugel geklonken, waarin de heugel met een der tanden kan worden vastgehaakt: een tweede beugel aan de onderkant van de staaf vormt de vaste verbinding tussen beide elementen.