(1726-1791), Parijs, zilversmid, volgde in 1748 zijn vader Thomas Germain op als hofgoudsmid en beeldhouwer. Vanuit heel Europa stroomden hem opdrachten toe, zowel voor gebruiksals kerkelijk zilver.
Hij had ongeveer 60-80 arbeiders in dienst en maakte vermoedelijk ook veel ontwerpen zelf. Van zijn werk bleef meer bewaard dan van dat van zijn vader. Stijl en kwaliteit evenwel verschillen niet veel. In 1765 werd hij failliet verklaard en raakte hij zijn positie aan het hof kwijt. Sedertdien leefde hij teruggetrokken en hij stierf in eenzaamheid. Meesterteken: gekroonde fleur de lis, twee kogeltjes, FTG en de vorm van een lamsvacht.