(Sp. drinkkruik), glazen of aardewerk kruik voor wijn of water van ronde of ovale vorm op een hoge. breed uitlopende voet. Aan elke kant van de schouder is een tuit, de een zeer nauw om uil te drinken, de andere wijder om de kruik te kunnen vullen.
Boven op een ringvormig handvat, versierd met een bloem of een kip. Vanaf het begin 17de eeuw worden de kruiken in veel delen van Spanje gemaakt, de glazen modellen dikwijls versierd met latticinio-decoratie. Het drinken geschiedt door de kruik in de hoogte te steken met de duim op de wijdste tuit. Zodra de duim wordt weggenomen spuit de drank in een boog door de lucht; men vangt de straal in de opengesperde mond en drinkt uitsluitend met de keel.
