Definities van Ambtelijk taalgebruik in de Ensie A
- a priori
- aandachtig
- aangaande
- aangezien
- aanmerkelijk
- aanstonds
- aansturen
- aantreffen
- aantrekken (personeel)
- aanvang
- aanvankelijk
- aanvliegen
- aanwenden (voor)
- abusievelijk
- accentverleggingen
- acceptatie
- accommodatie
- accorderen
- achten
- activiteiten voortzetten
- actualiseren
- acuut
- ad
- ad hoc
- additioneel
- adequate
- adhesie (betuigen)
- adstrueren
- affirmatief
- afgezien van
- afronden
- aftikken
- afvloeiing
- al dan niet
- aldaar
- aldus
- alloceren
- alom
- als gevolg van
- als ware
- als zodanig
- alsdan
- alsmede
- alvorens
- ambivalent
- amendement
- amotie
- amoveren
- ampel
- analoog aan
- anciënniteit
- andermaal
- anderszins
- anderzijds
- annonce
- anticiperen
- appellant
- appelleren
- appelleren aan
- attenderen op
- autonoom