Zenit (ook wel zenith in het Engels) komt oorspronkelijk uit het Arabisch (samt – "richting" of "baan") en is via het Latijn en Oud-Frans in het Nederlands terechtgekomen.
"Zenit" heeft meerdere betekenissen, afhankelijk van de context:
* Astronomie: Het punt aan de hemel dat zich recht boven een waarnemer bevindt, in tegenstelling tot het nadir, dat recht onder de waarnemer ligt.
* Figuratief/geografisch: Het hoogtepunt of de climax van iets, zoals in de uitdrukking "Hij bereikte de zenit van zijn carrière." Dit betekent dat iemand op het hoogtepunt van zijn succes of prestaties is.