Hiervan spreekt men voorn. ais men bij het besnijden en bekappen van de hoef van het paard of de klauwen van de koe een bloeduitstorting in de hoorn aantreft. Deze is ontstaan door een kneuzing van de hoeflederhuid, die door een traumatische invloed van buitenaf tot een kleine bloeding aanleiding heeft gegeven.
Dit bloed is, door het afgroeien van de hoorn naar beneden toe, geleidelijk meer naar de buitenkant (onderkant) komen te liggen.