is hout, dat gevormd wordt in de nabijheid van een wond aan een boom. Door callusvorming tracht de boom deze wond te sluiten.
De overgroeiing heeft voorn. plaats van de zijkanten uit; bij gunstig verloop kan de wond, mits deze niet te groot was, op den duur van buiten geheel onzichtbaar worden. Het herstellingsvermogen van de diverse boomsoorten is zeer verschillend ; ook de groeikracht van de boom en het jaargetijde spelen daarbij een belangrijke rol. W. is korter van vezel en dichter en zwaarder dan normaal hout, terwijl ter plaatse in de stam het draadverloop gestoord is. Daarom moet w. in werkhout steeds als een gebrek worden aangemerkt, vooral als de wond bovendien door zwammen geïnfecteerd werd, waarvoor sommige houtsoorten zeer vatbaar zijn.