of mossteppe is de naam voor de uitgestrekte vlakten in de N. poolstreken, waar de bodem altijd bevroren is, behalve de bovenste laag (ca 1 m dik) in de zomer; ook in de warmste maand overschrijdt de gemiddelde temp. echter zelden 10°C. De vegetatie bestaat uit mossen, korstmossen en slechts enkele phanerogamen.
De grauwe lichenen-t. vindt men daar, waar de bodem snel uitdroogt, b.v. doordat het onverweerde gesteente dicht onder de oppervlakte ligt; de mos-t. ontwikkelt zich op vochtiger standplaats.