I. (plantk.: Langs ongeslachtelijke weg gevormde eencellige kiem, door welke de Cryptogamen zich vermenigvuldigen. Zij ontwikkelen zich, zonder bevruchtingsproces, tot een nieuwe plant.
Bij in het water of vochtige omgeving levende planten zijn de s. veelal naakt (zonder wand), vaak d.m.v. ciliën bewegelijk (zie Zoöspore). Bij landplanten, mossen, varens en vele andere vaatcryptogamen geschiedt de verspreiding der s. door de luchtstromingen. Zulke s. zijn voorzien van een beschermende wand, meestal uit 2 lagen bestaande; de. buitenste (exine) bestaat uit een aan suberine (kurkstof) verwante stof. Deze wand, die allerlei sculpturen, verdikkingsfiguren, kan vertonen, barst bij de kieming open. De s. worden gevormd in sporangia; in zeer vele gevallen gaat hieraan een reductiedeling vooraf (z. voorts Basidiospore, Ascospore, Zygospore en Conidia).2. (microbiol.) S. gevormd door bacteriën zijn endosporen, d.w.z. ze ontstaan in de cel. Aërobe bacteriën, die sporen vormen heien Bacillus-, anaërobe sporevormers heten Clostridium. De vorm van de s. is meestal ovaal, soms echter rond. De s. zijn zeer resistent tegen ongunstige omstandigheden, zoals droogte, hoge temp., vergiften enz. De resistentie is verschillend bij verschillende soorten. Voor het doden van sporen, b.v. bij de sterilisatie van voedingsmiddelen, past men temp. toe van 110—120 G gedurende een tijd van 20-30 min. Droge materialen die men steriliseren wil moet men verhitten tot 160°C gedurende 1 tot 2 uur. Bij het pasteuriseren worden de sporen niet gedood. De huishoudelijke inmaak in glas is daarom gewoonlijk niet steriel.