is een overblijfsel uit een kleinere of grotere groep van organismen, die in het systeem m.o.m. geïsoleerd staan en volgens gevonden fossielen vroeger in grotere vormenrijkdom voorkwamen, b.v. Ginkgo, en dan ook een groter areaal bevolkten.
In de plantengeografie duidt men die planten voor een bepaald gebied als r. aan, die zich daar klaarblijkelijk op kleine, verspreide terreinen van afwijkend milieu hebben kunnen handhaven sedert de vaak lang vervlogen tijd, dat die soorten (onder andere omstandigheden van klimaat en bodem) het gehele gebied besloegen. (Overblijfsel uit een vroegere geol. periode.; Van de koudelievende flora, die kort na de laatste ijstijd midden Eur. bedekte, konden enkele plantensoorten zich op daartoe gunstige plekken handhaven. Men noemt ze glaciale r. De fauna van een zoutwaterbekken, dat van de zee gescheiden raakt en langzamerhand verzoet, kan enkele typisch marine vormen blijven omvatten: deze noemt men marinerelicten.Het blijft zeer moeilijk met zekerheid uit te maken, of zulke soorten inderdaad ter plaatse zijn overgebleven of wel er door een nieuwe immigratie uit het tegenwoordige hoofdverspreidingsgebied zijn terechtgekomen.