Hieronder verstaat men bij het schaap een behaarde, maar onbewolde staart, zoals wij die bij het Friese melkschaap als raseigenschap aantreden, maar die bij het Texelse schaap als zeer ongewenst wordt beschouwd, daar men het voor een terugslag op het oude Texelse schaap houdt. Bij het paard spreekt men van r. als de staart vooral aan het boveneinde vrijwel geheel van haren is ontbloot.
Dit kan zowel aangeboren als verkregen zijn. In het laatste geval door verontreiniging, door huidziekten of door schuren als reactie op jeuk, b.v. door luizen of endeldarmwormen.