Toestand, waarbij de tot een hoeve behorende gronden niet een gesloten geheel vormen, doch verspreid tussen tot andere hoeven behorende percelen liggen, zonder dat de percelen door hagen, wallen of muurtjes zijn omringd.
Openbare weg
(Ned.) Volgens de Wegenwet (1930) is een weg openbaar, indien de rechthebbende (d.i. in de regel de eigenaar) daaraan de bestemming van o.w. heeft gegeven of indien de weg minstens 30 jaar voor de inwerkingtreding der wet voor ieder toegankelijk is geweest, of ook indien dit laatste gedurende 10 jaar het geval is geweest en de weg tevens is onderhouden door een openbaar lichaam. De o.w. zijn vermeld en omschreven op de leggers, door de gemeentebesturen opgemaakt en door Ged. Staten goedgekeurd; van deze leggers kan ieder op het gemeentehuis inzage krijgen. Het staat hierdoor nu wel vast, welke wegen openbaar zijn en welke niet; betwistingen dienaangaande zijn, door het verlopen van de termijnen die de Wegenwet daarvoor had gesteld, moeilijk geworden. De rechtszekerheid t.a.v. de openbaarheid van wegen is van grote betekenis voor de agrarische eigendommen.