Het n. van een bepaalde zaadsoort is een cijfer, dat de gebruikswaarde aangeeft, waaraan zulk zaad van een redelijke kwaliteit ten minste moet voldoen. Als regel mogen land- en tuinbouwgewassen, waarvoor een n. is vastgesteld, met een gebruikswaarde lager dan dit n. niet als zaaizaad in de handel worden gebracht, tenzij voor die bepaalde zaadsoort op dat ogenblik eveneens een Minimum-leverbaarheidscijfer is vastgesteld, hetwelk in dat geval de leveringsgrens betekent.
Minimum leverbaarheidscijfers worden alleen vastgesteld voor die zaadsoorten, waarvan in slechte oogstjaren een tekort aan zaad van goede kwaliteit aanwezig is. .Vis regel bepaalt het n. de grens van leverbaarheid. In bijzondere gevallen is het mogelijk, dat voor één zaadsoort 2 n. worden vastgesteld, afhankelijk van de herkomst van het zaad (inlands en buitenlands klaverzaad), of van de voorbehandeling (gewreven en ruig wortelzaad) enz. Het n. van de meest voorkomende land- en tuinbouwzaden wordt jaarlijks vastgesteld door de directeur van het Rijksproefslalion voor Zaadcontrole te Wageningen, waarbij deze zich laat leiden door de groei- en oogstomstandigheden van dat jaar, door de marktpositie van de zaadsoort (vraag en aanbod), door deskundige adviezen en door nog enkele andere factoren.