Niet in cultuur zijnd terrein, waar heide (dopheide en of struikheide) groeit. Vroeger veelal gemeenschappelijk bezit, waar men de schapenkudde weidde.
Later verdeeld en tot cultuurland ontgonnen of bebost. Vooral na de invoering van kunstmest zijn vele heidevelden in Ned. ontgonnen (z. Heide-ontginning).