1. (plantk.) Voorzien van een zoom, b.v. het bovenste deel van een vergroeidbladige kelk of kroon, door vorm, insnijdingen, afmetingen of kleur van de buis verschillend.
2. (veet.) De grenzen tussen de witte en gekleurde huidgedeelten zijn soms b.v. bij aftekeningen van het paard niet scherp, doch vormen een m.o.m. brede overgang, waarin witte en gekleurde haren gemengd voorkomen of witte haren op een donkere (gepigmenteerde) huid staan ingeplant. Een bles een kol enz. kunnen g. zijn.