Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Aar

betekenis & definitie

1. Onbepaalde, niet door een topbloem afgesloten bloeiwijze van zittende bloemen langs de gestrekte as b.v. bij weegbree en bremraap.

Ook worden vele, meer of minder samengestelde bloeiwijze der grassen a. genoemd (b.v. tanve, gerst) waarbij de aartjes tenminste in een deel van zo’n bloeiwijze aarvormig gerangschikt zijn.2. In a. schieten: het naar buiten schuiven van de aren uil de schede der bovenste halmbladeren bij granen en grassen. Hoewel er altijd een zekere spreiding is in het tijdstip van in a. komen van een aargewas (vooral bij grassen), is het tijdstip, waarop het merendeel der planten met haar eerste halm in a. schiet, gewoonlijk vrij scherp bepaald. Dit wordt dan ook dikwijls aangetekend bij rassenvergelijkingen. Het tijdstip waarop juist de gehele a. zichtbaar is, is het gemakkelijkst vast te stellen.

< >