Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Noord-brabant

betekenis & definitie

Ned. prov.. 5096 km2 909 000 inw., grenst aan België en de prov. Zeeland, Z.-Holland, Polderland, Limburg.

Bodem grootendeels zand en grind, alleen i/b N. een strook rivierklei langs de rivieren, eenige smalle strooken beekklei en a/d grens v, Limburg de Peel, hoogveen. Langs de N.-grens stroomt de Maas, waarin tal v. riviertjes uitstroomen. Twee groole kanalen v/d scheepvaart: Zuid-Willemsvaart en Wilhelmina Kanaal, drie v/d vervening (Deurnsche en Astensche kanaal en Helenavaart). Landbouw, tuinbouw en veeteelt zijn de voornaamste middelen v. bestaan. Belangrijke nijverheid i/d Langstraat (leder), Eindhoven (gloeilampen en textiel), Helmond (textiel), i/b N.W. suikerfabr., enz. Hoofdst. → ’s-Hertogenbosch.