typografie, de vermenigvuldiging v. geschriften en afbeeldingen door middel v/d boekdruk, waarbij inkt wordt gebracht o/d verhoogde gedeelten v/d drukvorm, welke dus alleui een afdruk leveren o/h papier. Na den blokdruk ( → blokboek) was de groote verbetering i/d b. het → drukken v. losse, aanvankelijk houten, later metalen Ieders (welke methode door L.
J. Coster, Gutenberg en waarschijnlijk nog anderen onafhankelijk van elkaar is bedacht), die n/d druk weer v. ander werk gebruikt kunnen worden. De letters (typen) worden i/e zethaak tot regels, o/d galei tot pagina s en o/d pers t/d drukvorm vereenigd. Het zetten geschiedt i/d laatsten tijd veel door de → zetmachine, het drukken o/d → snelpers of de → rotatiepers, in welk laatste geval v/d drukvorm afgietsels (stypen) gemaakt worden welke om de drukrollen gebogen kunnen worden.De vermenigvuldiging v. afbeeldingen door boekdruk onderscheidt de → autotypie en het → lijncliché.