ceramiek, vaatwerk van aarde, die gemengd, gekneed, gevormd, verwarmd, verglaasd, eventueel beschilderd, nogmaals verglaasd en gebakken is, dit laatste bij lage (voor poreus) of bij hooge temperatuur (voor hard en dicht a.). Zelfs de meest prinnt.eve volken beschikken over a., de Chineezen reeds 27 eeuwen v.
Chr.; via Grieken en Mooren naar Europa, vooral Duitschland en Nederland (Delftsch 17e en 18e eeuw). Poreus: gewoon a. → terra cotta, gewone → fayence (majolica) en fijne fayence; hard - → steengoed, → wedgwood en → porselein.