De inrichting der kamers — dat is niet alleen het onderhouden der meubelen, het op tijd vernieuwen van wat niet meer mee kan of wat verbeterd moest worden, maar dat is vooral het aanbrengen van schijnbare kleinigheden, die echter de groote macht bezitten, de kamers een eigen cachet, een eigen sfeer te geven.
Eén van die „kleinigheden” is de wijze, waarop wij onze kamers verlichten.
Er is niets, wat een kamer zoo kan flatteeren als schemerlampen.
Let eens op, hoeveel aardiger uw kamer er uitziet in 't zachte, bescheiden licht, dat door de zijden kapjes der schemerlampen zeeft, dan in ’t felle schijnsel van de middenkroon.
Voor het schoon en vlekvrij maken van zijden lampekappen zie men onder „Vliegenvuil” en „Zijde”.