Encyclopedie van huisdieren

R. Midgley (1979)

Gepubliceerd op 15-05-2021

Dag- en nachtvlinders

betekenis & definitie

Dag- en nachtvlinders behoren tot de Orde Lepidoptera (Vlinders). Deze orde omvat 112.000 soorten die over de hele wereld verspreid voorkomen.

Ze bezitten prachtige kleurpatronen op hun vleugels, waaraan de soorten kunnen worden herkend. Soms zijn die kleurpatronen echter ook een geschikt middel voor het dier om zich te verbergen of om predatoren te misleiden. Kleuren van onsmakelijke dieren worden vaak nagebootst.Levenscyclus.

Vlinders hebben een volledige gedaanteverwisseling of metamorfose, zoals veel hogere insekten. Hun ontwikkeling begint met een eistadium. Uit dat eitje komt een larve, die rups wordt genoemd. De taak van de rups bestaat uit veel eten en enkele keren vervellen. Telkens als de rups groter wordt is zo’n vervelling nodig. Tenslotte verandert de rups in een pop.

Dat kan een mummipop zijn of een vrije pop. Hieruit komt dan het volwassen dier te voorschijn. De vleugels moeten echter eerst hard worden voor de vlinder de wereld in kan vliegen.

Het kweken van vlinders.

Door het kweken van vlinders zouden de bedreigde soorten kunnen worden geholpen. Als het verminderen van vlinderpopulaties echter te wijten is aan de veranderingen in het milieu - bijvoorbeeld het verdwijnen van bepaalde voedselplanten voor vlinders - zal ook hieraan iets moeten worden gedaan.

Het is niet zo moeilijk aan vlindereitjes te komen. Men kan ze uit laten komen in een plastic doos. Het deksel moet eens per dag worden geopend om de lucht in de doos te verversen. De rupsjes worden achtereenvolgens in grotere dozen ondergebracht (a). Zorg dat er bladeren van de voedselplant van de soort in de doos worden gedaan. Na enkele vervellingen zal de rups tenslotte een pop worden.

Dat kan het beste gebeuren in een doos met enkele takken in de grond op de bodem geplaatst (b). Verder zijn de juiste temperatuur en luchtvochtigheid van belang.

Dagvlinders onderscheiden zich van nachtvlinders onder andere door antennen met knotsjes.

1 Dagpauwoog (Inachus io). Europa;
3 cm lang; oranje en zwart met weerschijnende violette en gele vlekken als ’pauwe-ogen’. Rupsen zwart met witte spikkels. Voedselplant: netels.
2 Koningsmantel of rouwmantel (Nymphalis antiopa). Europa, N.-Amerika;
4 cm lang; donkere vleugels met violette vlekken en gele rand. Volwassen exemplaren voeden zich met nectar. Voedselplant voor de rups is de wilg. Rupsen zwart met rode vlekken en stekeltjes.
3 Monarch-vlinder (Danaus plexippus). N.-Amerika, Australië; 4.7 cm lang; oranje vleugels met zwarte aders, zwarte randen met witte stippen; rupsen geel met zwarte strepen; voedselplant ’milkweed’.

Nachtvlinders vormen een erg grote groep in de orde Lepidoptera. 4

4 Nachtpauwoog (Saturnia pavonia). Europa; 3 cm lang; mannetje oranjebruin, vrouwtje grijs; rupsen groot, heldergroen met zwart; voedselplanten hagedoorn, heide, braam en wilg.
5 Gestreepte pijlstaartvlinder (Celerio lineata). N.-Amerika; 4 cm lang; groenachtig bruin met zwart en witte tekening op het achterlijf; bleke strepen op de vleugels; eet vooral bladeren van de wijnstok.
6 Maanvlinder (familie Saturniidae). N.-Amerika, Azië; 12 cm lang; vleugelwijdte 15 cm; heldergroen, lange staarten, elke vleugel heeft een doorschijnend venster; geveerde antennen; rupsen groen; Amerikaanse soorten eten bladeren van walnoot, eik, beuk, berk en andere bomen.

< >