Watersalamanders (Triturus) leven een deel van het jaar op het land. In het voorjaar gaan ze water opzoeken om zich voort te planten.
Op het land zoeken ze vochtige plekken op. Sommige soorten brengen echter het grootste deel van het jaar in het water door. Soms behouden ze ook hun kieuwen.Dat wil zeggen: ze blijven in het larvestadium, maar zijn wel in staat tot voortplanting. Dit heet neotenie. Tot deze laatste groep watersalamanders behoren de Cryptobranchidae (reuzensalamanders); de Proteidae (olmachtigen); de Ambystomidae (dwarstandsalamanders) waartoe de geslachten Necturus en Proteus gerekend worden. De Siren lacertina behoort tot de Sirenen (Sirendidae).
Deze merkwaardige dieren worden soms in een aparte orde ondergebracht.
1 Modderduivel (Cryptobranchus alleganiensis). Het oosten van N.-Amerika; 76 cm; grijsgrauw; dit is een reusachtige salamander die zijn hele leven in het water doorbrengt.
2 Olm (Proteus anguinus). Z.-Europa; worden in een aparte familie van Olmachtigen (Proteidae) geplaatst; 30 cm; deze in grotten levende sala-
mander leeft geheel in het water en heeft grote, zalmkleurige kieuwen (neotenie); langgerekt, rolrond lichaam met slecht ontwikkelde poten en ogen.
3 Axolotl (Ambystoma mexicanum). Een dwarstandsalamander waarbij ook sprake is van neotenie. Mexico; 22,5 cm; bruinachtig of albino met veerachtige kieuwen. Door voeding met schildklierextract verdwijnen de kieuwen en leeft het dier aan land. Bekend laboratoriumdier.
4 Twee-tenige aalsalamander (Amphiuma means). Zuidoosten van de U.S.A.; 76 cm; bruinachtig-zwart; bijterig en roofzuchtig waterdier.
5 Amerikaanse olm (Necturus maculosus). Het oosten van N.-Amerika; 33 cm; bruin; met kieuwen; leeft in beken.
6 Grote voorpootsalamander (Siren lacertina). Zuidoosten van de U.S.A.; 30 cm; palingachtig met kieuwen; alleen voorpoten; olijfgroen/grijs. Ook komt er nog een kleinere soort voor, de gestreepte dwergsirenen.